Leren van casuïstiek: U3 in de nacht
Leren van de praktijk
In ‘Leren van casuïstiek’ beschrijft de calamiteitencommissie een casus uit de praktijk. Hiermee willen wij het leereffect van onderzoeken naar incidenten en calamiteiten vergroten. Het gaat erom lering te trekken uit wat goed ging en (bijna) misging en daarmee te voorkomen dat hetzelfde nog een keer gebeurt.
De casus
De zoon van een 80-jarige man belt op maandagochtend om 7:16 uur naar de huisartsenpost. Vader heeft pijn op de borst, zeurend en stekend van karakter. Zoon is bezorgd en vraagt zich af wat te doen. Vader heeft een blanco voorgeschiedenis en gebruikt geen medicatie.
Als de triagiste vader zelf aan de lijn krijgt, geeft hij aan dat hij niet denkt dat de pijn van het hart of de longen komt. Het lijkt hem eerder in de maag of de slokdarm te zitten. Hij heeft het gevoel dat er lucht vast zit en kan niet boeren. Hij is niet benauwd, niet klam/zweterig, heeft geen hartkloppingen. Hij komt helder en adequaat over aan de telefoon en is niet in paniek. De triagiste scoort de ABCDE stabiel, komt uit op een U3 urgentie bij ingangsklachten ‘pijn thorax’ en adviseert om 8:00 de eigen huisarts te bellen. Als de klachten in de tussentijd erger zouden worden, wordt als vangnetadvies gegeven om dan terug te bellen naar de huisartsenpost.
De patiënt en zijn vrouw gaan om 8:00 uur naar de eigen huisarts, waar blijkt dat hij een hartinfarct heeft. Met de ambulance wordt hij naar het ziekenhuis gebracht en direct gedotterd. De patiënt maakt het goed, hij voelt zich weer de oude maar gebruikt nu wel een heel aantal medicijnen.

Leerpunten
Gelukkig is het goed afgelopen in deze casus en heeft de patiënt nog op tijd de nodige zorg gekregen. Maar wat kunnen we leren van deze casus?
Het eerste leerpunt gaat over de triage bij pijn op de borst. Uiteraard is dit altijd een lastige klacht, helemaal als de patiënt zelf al bepaalde ideeën heeft over de oorzaak. Het NTS is recent vernieuwd. De vragen zijn nu eenduidiger en daarmee scoort de triagiste sneller een U1. Er zal dus eerder een ambulance aangestuurd worden, danwel een spoedconsult of spoedvisite worden afgesproken. De kans op het missen van een hartinfarct wordt zo verkleind.
Daarnaast heeft de triagiste het protocol ‘U3 in de nacht’ niet gebruikt. De afspraak is dat patiënten die in de nacht de huisartsenpost bellen en een klacht met U3 urgentie hebben, niet op de huisartsenpost gezien hoeven te worden maar zich om 8:30 uur de volgende ochtend in de praktijk van de eigen huisarts mogen melden. Ze zullen dan daar worden gezien. Dat is dan ook het tweede leerpunt. En aan de huisartspraktijken de vraag: hoe is dat op jullie locatie geregeld?
Hoewel er natuurlijk niets mis is met het advies dat een U3 patiënt de volgende werkdag direct om 8:00 uur de eigen huisarts belt om een afspraak te maken, kan gebruik gemaakt worden van de geldende werkafspraak. Zet 'm in waar het je helpt!
Heb je vragen over deze casus?
Neem dan contact op met de calamiteitencommissie via kwaliteit@dokterdrenthe.nl.